null

Les 116 - Antwoorden
Opdracht 1: Geef de complete vervoeging van het werkwoord ‫אָפ ה‬
‫ פ‬áfáh [pa'al] Bakken.
Persoon
Tegenwoordige tijd
Verleden tijd
Toekomende tijd
Persoon
‫ת‬
‫ת‬
Ik (m)
‫אוָפ ה‬
ofèh
‫י‬
‫ית‬
‫אָפ‬
áfitie
‫ ה‬
‫אָפ‬
‫א‬
*
ofèh
‫תי‬
‫אאנ‬
‫פ‬
‫פ‬
‫אָפ ת‬
‫ת‬
Ik (v)
‫אוָפ ה‬
‫פ‬
ofáh
‫יתי‬
áfitie
‫אָפ ה‬
ofèh
‫אאנתי‬
‫אפ‬
‫ת‬
‫אָפ פ‬
‫פ‬
Jij (m)
‫אוָפ ה‬
ofèh
‫ית‬
áfitá
‫אאָפ ה‬
tofèh
‫את ה‬
‫פ‬
‫ת פ‬
‫ת‬
‫ת ת‬
Jij (v)
‫אוָפ ה‬
‫פ‬
ofáh
‫ית‬
áfiet
‫אאָפי‬
tofie
‫את‬
‫אָפ ת‬
‫ת‬
Hij
‫אוָפ ה‬
ofèh
‫אָפ ה‬
‫פ‬
áfáh
‫אאָפ ה‬
yofèh
‫ הוא‬
‫פ‬
‫י פ‬
‫אָפ פ‬
Zij
‫אוָפ ה‬
‫פ‬
ofáh
‫ת ה‬
áfetáh
‫אאָפ ה‬
tofèh
‫ת היא‬
‫ת‬
‫ת פ‬
‫ת‬
‫ת‬
Wij (m)
‫אוָפים‬
ofiem
‫אָפינו‬
áfinoe
‫אאָפ ה‬
nofèh
‫נחנו‬
‫אאנ ת‬
‫נ פ‬
‫ת‬
Wij (v)
‫אוָפות‬
ofot
‫אָפינו‬
áfinoe
‫אאָפ ה‬
‫נ‬
nofèh
‫נו‬
‫נח‬
‫אאנ ת‬
‫פ‬
a
‫ת‬
Jullie (m)
‫אוָפים‬
ofiem
‫יתם‬
fitèm
‫תאאָפו‬
tofoe
‫אתם‬
‫אא תָפ פ‬
‫פ‬
a
‫ת‬
‫א‬
Jullie (v)
‫אוָפות‬
ofot
‫יתן‬
‫ָפ‬
‫א‬
fitèn
‫אָפו‬
‫ת‬
tofoe
‫ן‬
‫את‬
‫א פ‬
‫פ‬
‫ת‬
Zij (m)
‫אוָפים‬
ofiem
‫אָפו‬
áfoe
‫יאאָפו‬
yofoe
‫ה הם‬
Zij (v)
‫אוָפות‬
ofot
‫אָפו‬
áfoe
‫יאאָפו‬
yofoe
‫ה הן‬
Gebiedende wijs: m: ‫ אא הָפ ה‬èfeh, v: ‫ אא תָפי‬èfie, meervoud:‫ אאָפו‬èfoe; infinitief: ‫ פל אאָפות‬lè'èfot
* Of ‫אוָפ ה‬
‫ פ‬enzovoorts.
Opdracht 2: Vertaling, uitspraaktekens en uitspraak.
‫או ה פבת תפ נ‬
‫רוַסת עוַגנ ה‬
‫ אאנתי פ‬anie ohèvèt proesat oegáh Ik (v) houd van een plak cake
‫רוָצפ ה עוַגתיות פח תמא ה‬/‫נאנתי רו פָצ ה‬
‫ ו א‬wa'anie rotzèh/rotzáh oegiot chèm'áh En ik (m/v) wil boterkoekjes
‫ תב פפ נַסח אנו או תְכלתים נמָצות‬bepèsach ánoe ochliem matzot Tijdens Pesach eten we matses
Deze bakker is erg duur ‫אוָפ ה נ הפז ה יפ נקר תמאאד‬
‫ נ ה פ‬ha'ofèh hazèh yáqar me'od
‫שלתי שול נ‬
Mijn tante stuurt me koekjes ‫נחת לתי עוַגתיות‬
‫ נ הדודפ ה פ‬haddodáh shèlie sholachat lie oegiyot
‫ תפ נ‬proesat-lèchèm im margárináh
Een boterham met margarine ‫רוַסת־ פל פחם עתם נמ תר פַגרתינפ ה‬
‫ אאנתי פ‬anie támied ochel lèchèm choem
Ik (m) eet altijd bruin brood ‫ת תמיד אוְכהל פל פחם חום‬
Les 117 - Voegwoorden 2
‫ ת‬milat chiboer, afgekort ‫מ״ח‬. Deze term is
Een voegwoord heet in het Hebreeuws ‫מילנת תחיבור‬,
samengesteld uit ‫ תמילפ ה‬,‫ תמלפ ה‬miláh (v) Woord, en ‫ תחיבור‬,‫ תחבור‬chiboer (m) Verbinding, optelling,
opstel, verhandeling. Daar gaan we eerst naar kijken:
‫ תח ה‬,‫תח הבר‬
‫יבר‬
‫פחבור‬
‫ תחיבור‬,‫תחבור‬
‫פח פבר‬
‫פח הבר‬
‫אח הברפ ה‬
‫אח הבר־ תכנפ פַסת‬
‫אחבורפ ה‬
‫פח תברפ ה‬
‫נת־ב נ‬
‫פח תבר ת‬
‫טוח‬
‫אח הברות‬
‫נח תב ת‬
‫ אח הברתי‬,‫רותי‬
‫נמ תח פב פרת‬
chibber [pi'el]
cháboer (bn)
chiboer (m)
chèvèr (m)
cháver (m)
chaveráh (v)
chaver-knèsèt
chavoeráh (v)
chèv'ráh (v)
chèvrat-bittoe'ach
chaveroet (v)
chav'roetie, chaverie (bn)
mach'bèrèt (v)
Optellen, samenbinden, samenstellen, componeren
Verbonden (met), opgeteld
Verbinding, optelling, compositie, opstel, essay
(Ver)bond, liga, groep, bende
Vriend, metgezel, partner, lid, geliefde, 'gabber'
Vriendin, metgezellin, lid
Lid van de Knesset (Israëls parlement), ‫ח״ְכ‬
Vriendenkring, (vrienden)groep
Samenleving, maatschappij, bedrijf, gezelschap
Verzekeringsmaatschappij (les 115)
Vriendschap, kameraadschap
Vriendelijk
Pamflet, boekje, notitieboekje; zie ook les 54
In les 10 leerden we het voegwoord ‫{ ו‬we}, en. In een aantal situaties verandert dit in ‫{ ו‬oe}
Het Hebreeuws kent nog een aantal voegwoorden:
ashèr (vw)
‫שר‬
Die, dat. Het kan worden ingekort tot voorvoegsel .. ‫ש‬
‫אא ש‬
‫ת‬
{she..}. Zie ook les 102. Het kan worden gecombineerd met een aantal zelfstandige voorzetsels:
‫ש‬
ka'ashèr, k'she (vw)
'tegelijk met', zoals, zodra (in een vergelijkende zin),
‫כא‬
‫ תכ ת‬,‫ש ר‬
‫נא פ‬
wanneer, indien, toen
‫שר‬
ba'ashèr (vw)
Aangezien .., wat betreft ..
‫נב אא פ‬
a
e
a
e
‫נ‬
‫שר תל־‬
‫א‬
‫ב‬
,‫־‬
‫ל‬
‫ר‬
‫ש‬
‫א‬
shèr
l
,
ba'
shèr
l
Wat betreft ..
‫אפ ת‬
‫אפ‬
a
a
a
‫שר‬
‫ ח‬, ..‫ש‬
‫אחרהי אא פ‬
‫ א חחרהי ת‬ach re shè.., ach re shèr Nadat
‫הקב‬
‫ע‬
eqèv (vw)
Als gevolg van, omdat
‫פ‬
a
‫שר‬
eqèv shèr
Vanwege het feit dat, omdat
‫הקב אא פ‬
‫עפ‬
‫ינענן‬
ya'an (vw)
Omdat, wegens
‫נ‬
a
‫שר‬
ya'an shèr
Omdat
‫י ענן אא פ‬
.. ‫ש‬
kewán shè..
Omdat
‫ כהיופון פ‬,..‫ש‬
‫כהיופן פ‬
‫אף‬
af (vw)
Ook, hoewel, zelfs
.. ‫ש‬
af al pie shè..
Ondanks, hoewel
‫אף ענל תפי פ‬
.. ‫ש‬
‫אף‬
af
shè..
Ondanks
‫פ‬
‫ענל אף‬
al af
Ondanks
e
a
‫נ‬
‫שר‬
‫א‬
‫נן‬
‫ע‬
‫מ‬
‫ל‬
l
ma'an
shèr
Opdat
‫ת‬
‫אפ‬
‫תב תַגלנל‬
biglal (vz)
Wegens, om, omdat
‫כי‬
kie (vw)
‫ינענן כתי‬
‫הקב תכ י‬
‫עפ‬
‫אף תכ י‬
Want, omdat, dat, wanneer, toen, indien;
Na een ontkenning: maar, dat:
Aan het begin van een objectieve zin: die
Het wordt evenals ‫ש ר‬
‫ אא פ‬en met dezelfde betekenis verbonden:
ya'an kie
Omdat
eqèv kie
Omdat, wegens
af kie
Hoewel, ofschoon, hoeveel te meer
‫פפ ן‬
pèn (vz)
‫אְכהן‬
‫תמשום‬
áchen (bw)
mishoem (vz)
Dat niet, opdat niet;
na een werkwoord met de betekenis vrezen: dat.
Werkelijk, voorwaar, inderdaad (‫{ כהן‬ken} + voorvoegsel)
Vanwege, omdat
‫ענ‬
‫פבד‬
ávad [pa'al]
Werken; zie ook les 12.
‫ תח ה‬,‫ תח הבר‬chibber [pi'el] Optellen, samenbinden,
Opdracht 1: Vervoeg het werkwoord ‫יבר‬
samenstellen, componeren. Probeer het eerst zelf en controleer jezelf met de website
http://www.hebrewatmilah.org/maskilon1/index.htm
Persoon Tegenwoordige tijd
Verleden tijd
Toekomende tijd
Persoon
Ik (m)
Ik (v)
‫אאנתי‬
‫תמ נח פב פרת‬
mechabèrèt
‫תחי נב תר ת‬
‫תי‬
chibbartie
‫אא נח הבר‬
achaber
‫אאנתי‬
Jij (m)
‫פ‬
‫את ה‬
Jij (v)
‫את‬
Hij
‫ הוא‬
Zij
‫ת היא‬
Wij (m)
‫נחנו‬
‫אאנ ת‬
Wij (v)
‫נחנו‬
‫אאנ ת‬
Jullie (m)
‫אתם‬
‫פ‬
Jullie (v)
‫אתן‬
‫פ‬
Zij (m)
‫ה הם‬
Zij (v)
‫ה הן‬
Gebiedende wijs: m:
,v:
, mv:
, infinitief: ‫ תל נח הבר‬lechaber
Opdracht 2: Vervoeg het werkwoord ‫ פע נבד‬ávad [pa'al] Werken (to work). Probeer het eerst zelf
en controleer jezelf met de website http://www.hebrew-verbs.co.il
Persoon
Tegenwoordige tijd
Verleden tijd
Toekomende tijd
Persoon
Ik (m)
‫אאנתי‬
Ik (v)
‫אאנתי‬
Jij (m)
‫פ‬
‫את ה‬
Jij (v)
‫את‬
Hij
‫ הוא‬
Zij
‫ת היא‬
Wij (m)
‫נחנו‬
‫אאנ ת‬
Wij (v)
‫נחנו‬
‫אאנ ת‬
Jullie (m)
‫עובדתים‬
‫ת‬
ov'diem
‫תם‬
‫אע נב תד פ‬
avadtèm
‫נ‬
‫ת נע תבדו‬
ta'avdoe
‫אתם‬
‫פ‬
Jullie (v)
‫אתן‬
‫פ‬
Zij (m)
‫ה הם‬
Zij (v)
‫ה הן‬
Gebiedende wijs: m:
,v:
, mv:
, infinitief: ‫ נל אעבוד‬la'avod
Opdracht 3: 'puntjes', uitspraak en vertaling. De laatste zin komt uit een Bijbeltekst.
‫אני הולך הבית ה ְכי אני רוָצ ה לאְכול‬
‫ הוא רוא ה את הבית שבו הוא יעבוד‬
‫אני עובד אף שאני חול ה‬
‫ החתול הוא אְכן אדום‬
‫אני בבית עקב אני שובת‬
‫ היא לא הולְכת לבית הַסָפר עקב החַגים‬
‫אני לא רוָצ ה את המְכונית בַגלל זאת יקר ה מדי‬
‫ החברות מחברת בני אדם‬
Ik werk ook 's avonds
Zij zijn vriend en vriendin
Ik ga een brood bakken zodra ik thuis ben
Wij zullen vluchten als het niet veilig is
‫רנב‬-‫ענם‬-‫ תאם‬,‫ הושענ‬
‫אאמר אאל פ‬
‫וני פ‬
‫הי הם ית ש‬
Bronnen: Leerboek der Hebreeuwsche taal, rabbijn S. Ph de Vries; Hebrew Phrasebook and Self Studie
Guide, dr. Israel Palach; Millon; www.hebrewatmilah.org; teachmehebrew.com;